Prachtig weekend gehad met hardwerkende mensen van groep 5, die hun nek uitsteken door de liefde van God, uit liefde voor anderen en mét liefde voor zichzelf. Dankbaar!
Ermelo, door Sijko-Jan
Het koninkrijk van God kan volgens Jezus het beste vergeleken worden met een zaadje of een graankorrel. Dat zal ik dan maar doen:
Mosterdzaadje
Wonderen zijn vaak het gevolg van geloof, lees de evangeliën. Als een mosterdzaadje aan geloof voldoende is om tegen een berg te praten en deze te commanderen de zee in te gaan, veronderstel ik dat iedereen die Jezus als zijn Heer en verlosser en als de zoon van God ziet, meer dan een mosterdzaadje, dus meer dan genoeg geloof heeft om tekenen en wonderen te doen. Dat kan dus geen probleem zijn.
Gods plan?
Nu kan ik me voorstellen dat bergen naar de zee sturen niet persé in lijn is met Gods grotere plan. Maar zieken genezen heeft Jezus ons nooit afgeraden, sterker nog: hij deed het voor en droeg het ons op. Perfect in lijn met Gods wil dus.
Wat wil ik?
Als ik nu een wonder van genezing wil zien gebeuren, kan ik gerust spreken tegen die ‘berg’. Ik moet niet zeggen: “God wilt U…”, want dat weet ik al: ja Hij wil. De vraag is: wat wil ík? Dát moet ik zeggen. De ‘berg’ zou dan moeten doen wat ik wil. Gebeurt dat niet dan ligt het dus niet aan de hoeveelheid geloof en het ligt ook niet buiten Gods wil, als het om bijvoorbeeld ziekte gaat. Er is wat anders aan de hand, waar ik het nog niet over heb gehad, maar Jezus wel: onkruid.
Graan
Het veroorzaken van een wonder verkregen door geloof is als het eten van een brood, verkregen uit graan. Een logisch gevolg; zaad geeft leven. Als wij honger hebben en geen graan zien op het land, denken we meteen dat er gezaaid moet worden, terwijl dat al gedaan is. We hebben voldoende geloof gekregen, dus meer geven helpt niet. Het probleem is dat het gezaaide graan niet opkomt, doordat het geen ruimte, licht en water krijgt. Het wordt overwoekerd.
Onkruid
Waarom hebben we dit dan niet meteen in de gaten? Omdat we gewend zijn aan het onkruid. Iedere dag worden wij met handenvol onkruidzaadjes gebombardeerd. Meestal stoort het wel even in het begin, maar na een tijdje niet meer. Het zijn allemaal overtuigingen en bezigheden die de schijn van waarheid en geluk hebben. Die krachtig en overheersend groeien. Het is on-gewenst-kruid, maar we onderscheiden het niet. We zijn eraan gewend. Soms vinden we onkruidtuinen zelfs wel prima.
Ermelo, door Sijko-Jan
Het koninkrijk van God kan volgens Jezus het beste vergeleken worden met een zaadje of een graankorrel. Dat zal ik dan maar doen:
Mosterdzaadje
Wonderen zijn vaak het gevolg van geloof, lees de evangeliën. Als een mosterdzaadje aan geloof voldoende is om tegen een berg te praten en deze te commanderen de zee in te gaan, veronderstel ik dat iedereen die Jezus als zijn Heer en verlosser en als de zoon van God ziet, meer dan een mosterdzaadje, dus meer dan genoeg geloof heeft om tekenen en wonderen te doen. Dat kan dus geen probleem zijn.
Gods plan?
Nu kan ik me voorstellen dat bergen naar de zee sturen niet persé in lijn is met Gods grotere plan. Maar zieken genezen heeft Jezus ons nooit afgeraden, sterker nog: hij deed het voor en droeg het ons op. Perfect in lijn met Gods wil dus.
Wat wil ik?
Als ik nu een wonder van genezing wil zien gebeuren, kan ik gerust spreken tegen die ‘berg’. Ik moet niet zeggen: “God wilt U…”, want dat weet ik al: ja Hij wil. De vraag is: wat wil ík? Dát moet ik zeggen. De ‘berg’ zou dan moeten doen wat ik wil. Gebeurt dat niet dan ligt het dus niet aan de hoeveelheid geloof en het ligt ook niet buiten Gods wil, als het om bijvoorbeeld ziekte gaat. Er is wat anders aan de hand, waar ik het nog niet over heb gehad, maar Jezus wel: onkruid.
Graan
Het veroorzaken van een wonder verkregen door geloof is als het eten van een brood, verkregen uit graan. Een logisch gevolg; zaad geeft leven. Als wij honger hebben en geen graan zien op het land, denken we meteen dat er gezaaid moet worden, terwijl dat al gedaan is. We hebben voldoende geloof gekregen, dus meer geven helpt niet. Het probleem is dat het gezaaide graan niet opkomt, doordat het geen ruimte, licht en water krijgt. Het wordt overwoekerd.
Onkruid
Waarom hebben we dit dan niet meteen in de gaten? Omdat we gewend zijn aan het onkruid. Iedere dag worden wij met handenvol onkruidzaadjes gebombardeerd. Meestal stoort het wel even in het begin, maar na een tijdje niet meer. Het zijn allemaal overtuigingen en bezigheden die de schijn van waarheid en geluk hebben. Die krachtig en overheersend groeien. Het is on-gewenst-kruid, maar we onderscheiden het niet. We zijn eraan gewend. Soms vinden we onkruidtuinen zelfs wel prima.
Distelbrood
De ellende is echter dat we nog nauwelijks brood eten en langzaamaan krachteloos worden. We proberen iets te bakken van onze verkeerde overtuigingen. We bakken distelbrood met klaprozenblaadjes, maar het voedt niet, het houdt geen dag stand. We verliezen onze invloed en macht om bergen te verzetten. Vervolgens geven we God daarvan de schuld en schrijven we Hem uiteindelijk af óf we verzinnen een excuus: ‘Hij doet dit niet meer’, waarmee we Hem feitelijk ook afschrijven, inclusief onze lijdende medemens.
Wieden
Dus wat hebben wij te doen: leren onkruid te herkennen in ons eigen denken en gedrag en dat weg te nemen. Dan kan het graan weer groeien en eten we op den duur weer brood. Dan heeft ons woord weer kracht, omdat het Jezus’ woord is en kunnen we wonderen doen en mensen genezen, zoals Hij bedoelde. Kwestie van goed onderwijs, maar bij de PPP zeggen wij: wij zijn geen theologische opleiding. Geen nood, want blader een paar bijbelboeken verder en dan lees je iets opmerkelijks: …al heb ik het geloof, zodat ik bergen kan verzetten, maar ik heb de liefde niet, ik ben niets. Dáar gaat de missie van de PPP wél over.
Meanwhile in Ermelo…
Wat nu als het onkruid hoogtij viert in ons kikkerlandje en de berg zich vaak geen millimeter verroert? Als de ziekte en de pijn blijft? Als mensen van wie ik hou liggen te gillen van pijn en te snotteren van verdriet? Als je van paniek het liefst in een foetushouding onder de bank kruipt of je partner veel te vroeg dood gaat? Wat moet ik met die radeloos makende machteloosheid die ik voel als ik niet wegloop van het leed, maar ook geen passende woorden meer kan verzinnen? Als mijn gebed, hoe kloppend ook, het hart niet raakt…
Machteloos? Zeker niet!
Dáár hebben we dit weekend bij stil gestaan bij de opleiding Praktisch Persoonlijk Pastoraat. Machteloosheid was het woord van dit weekend. Het is niet wat je bent, maar wel wat je voelt. Hoe hou je dan verbinding, met de ander, met jezelf en met God? Hoe blijf je als pastoraal werker liefdevol betrokken en beland je niet uit frustratie in kille kennis, holle woorden of schelle profetieën. Hoe laat je de ander niet los en keur je hem ook niet af door aldoor te zeggen wat hij zou moeten doen? Hoe zit dat ook al weer met die Complete Boodschap van Roel en Sonja Bouwkamp??
Ermelo, PPP Groep 5, weekend 17: worstelen met wonderen