Een verhaal dat raakt
Geboeid kijk ik naar het gesprek dat zich voor mijn ogen afspeelt. Ik ben bij de opleiding PPP (persoonlijk praktisch pastoraat) als opleider in opleiding en de live supervisie waarbij een pastorant haar verhaal vertelt aan één van de studenten is in volle gang. De vrouw deelt iets van haar moeite waar ze de afgelopen tijd mee worstelt. De student luistert aandachtig en is duidelijk liefdevol betrokken bij de vrouw. Na een tijdje zet Sijko-Jan, de opleider van het weekend, het gesprek even stil. Even afstemmen met de student: hoe gaat het, waar zit ze, even rust en tijd om te reflecteren, om naar binnen te kijken bij jezelf.
De student is geraakt door het verhaal van haar pastorant. Ze herkent het patroon en de gevoelens in haar eigen leven. Maar wat nu? Zij zit hier als pastoraal werker en dan moet je er wel voor de ander zijn! Niet handig als je eigen verhaal en je eigen emoties mee gaan spelen. Toch? ‘Onprofessioneel’ is het oordeel van de student over zichzelf.
Lotgenotencontact
Terwijl ik kijk en luister dringt zich een herinnering aan mij op. Een paar jaar geleden. Ik zit als student bij één van de opleidingsweekenden van Kempler. Midden in de kring samen met een medestudent. Ik doe een ‘inbreng’, zoals dat heet, ik deel iets uit mijn leven waar ik mee worstel; mijn medestudent is de therapeut. Ik deel iets over mijn stoeien met mezelf, mijn gevoelens niet willen toelaten, mezelf stom en kinderachtig vinden en de enorm kritische stem in mezelf die vindt dat ik nu eindelijk eens normaal moet gaan doen.
Mijn medestudent valt stil. De opleider overlegt met hem: waar zit je, wat gebeurt er bij jou? Ik luister mee. Mijn verhaal raakt aan zijn verhaal. Misschien niet tot in detail, maar wel de manier waarop ik met mezelf omga. Hij doet hetzelfde met zichzelf. ‘Dan deel je daar iets over’ zegt de opleider. Hevig protest bij mijn medestudent: ‘Ja hallo, ik zit hier voor haar! Zij zit hier niet om mijn shit aan te horen!’ Ik grinnik bij mezelf (het zou mijn reactie kunnen zijn). Maar de opleider dringt aan en vraagt om het in ieder geval te proberen.
Ik hoor hoe mijn medestudent met zijn innerlijke kwetsbaarheid omgaat, wat zijn moeite is, wat hij daarin geleerd heeft en waar hij mij herkent. Wat is dat fijn zeg… een verademing. Geen oplossing, geen vingertje, geen tips hoe ik het anders zou kunnen doen, maar gewoon zijn verhaal. We krijgen een mooi en eerlijk gesprek. Als de medestudent na afloop wordt gevraagd hoe hij terugkijkt op zijn handelen als therapeut zegt hij: ‘Nou… therapeut… dit was gewoon lotgenotencontact!’
Herkenning
Mijn basisopleiding is Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Bij deze opleiding leerde ik hoe je professioneel hulpverlener word. Eén van de handboeken heette ‘Deskundig hulpverlenen’. Ik leerde hoe je gesprekken leidt, structureert, hoe je vraagt, doorvraagt, samenvat, tussendoor de nodige betrokkenheid laat zien door te ‘hummen’ of aanmoedigend te knikken. Hoe je de ander helpt zijn problemen op te lossen of te verminderen. Ik leerde professioneel afstand te bewaren.
Wat een wereld van verschil met mijn opleiding aan het Kempler Instituut, en met de opleiding PPP waar ik nu deel van uitmaak. In deze ervaringsgerichte manier van werken gaat het niet om afstand maar om nabijheid. ‘Professionele nabijheid’ noemen ze het ook wel. Een prachtterm wat mij betreft. Waar ik bij Maatschappelijk Werk geleerd had dat er verschillende methoden en technieken bestaan om een probleem te benaderen, leerde ik bij Kempler dat ik zelf het instrument ben.
Een mooi beeld, ik als instrument. Ik breng muziek voort, en stem af op de muziek van de ander. En soms… ja, soms wordt er bij mij een gevoelige snaar geraakt. Dan resoneert het verhaal van de ander bij mij en brengt mijn instrument in beweging. Er is herkenning; ik zie iets van mijzelf, van mijn leven of van mijn wond, terug bij de ander. Als dat gebeurt komt er andere muziek uit mijn instrument.
Erkenning
Geraakt worden door het verhaal van de ander. Ook als je therapeut, pastoraal werker, verpleegkundige, docent, trainer, vrijwilliger, medewerker in een hospice, etc. bent. Het voelt kwetsbaar. Je valt zomaar in één keer uit je ‘rol’. Maar, er is een prachtige keerzijde aan herkenning. Erkenning. Jij herkent je in het verhaal van de ander en je deelt je geraaktheid. De ander vindt erkenning. Zijn verhaal is zo gek nog niet… er zijn er meer die hier mee rondlopen! Er kan wat van je afvallen en… er ontstaat een ontmoeting, van hart tot hart. De toon van het gesprek wordt anders, zachter, milder, vriendelijker.
Het is de kracht van (h)erkenning. Die zet iets prachtigs in beweging. Zowel bij jou als bij de ander. Nog even denk ik terug aan dat ‘lotgenotengesprek’ met mijn medestudent. Zelfs nu weet ik nog precies wat mij toen geraakt heeft en hoe het mij geholpen heeft. ‘Ik zet mijn innerlijke kind het liefst in een geluidsdichte donkere kamer, achter slot en grendel.’, zei hij tegen mij. Ik slikte en schrok. Dat was precies wat ik deed met mijn innerlijke kwetsbare delen! Wat hard en wreed. Ik voelde bewogenheid voor onze ‘innerlijke kinderen’ en wist wat mij te doen stond.
Jezelf laten zien is niet onprofessioneel, het is het meest krachtige geluid dat je kunt voortbrengen in de hulpverlening! Natuurlijk, gedoseerd en als de muziek daarom vraagt, als er een snaar geraakt wordt.
Muziek maken
Ik geniet van deze dag. De live supervisie wordt een mooi gesprek, ‘s middags doen we nog een inbreng waar ik hetzelfde zie gebeuren. Twee verhalen die elkaar raken. Ik zie de worsteling bij de student die pastoraal werker is, maar ook wat een kracht er vrijkomt als ze elkaar ontmoeten in elkaars verhalen. Onprofessioneel? Nee, super krachtig! Instrumenten die elkaar raken, die samen muziek maken.
In de auto terug naar huis luister ik naar muziek. Ik zing wat mee, ik luister, ik hoor hoe de verschillende instrumenten elkaar versterken en aanvullen. Hoe soms één instrument boven alles uit klinkt terwijl de andere instrumenten vol ontzag lijken te luisteren. Dan weer het samenspel, de kracht, het dansen van de klanken. Ik bedenk me dat muziek maken ontspant, het is een hobby, het is heerlijk om te doen. Het put niet uit maar geeft energie.
Dat is precies wat ervaringsgericht werken doet: het geeft je energie! Je wordt niet leeggezogen door de zwaarte of problemen van de ander, nee, je maakt muziek. Je luistert naar de muziek van de ander, je maakt zelf geluid, je speelt samen. Jij bent het instrument!
- Judith Stoker, opleidingscoördinator PPP-
Geboeid kijk ik naar het gesprek dat zich voor mijn ogen afspeelt. Ik ben bij de opleiding PPP (persoonlijk praktisch pastoraat) als opleider in opleiding en de live supervisie waarbij een pastorant haar verhaal vertelt aan één van de studenten is in volle gang. De vrouw deelt iets van haar moeite waar ze de afgelopen tijd mee worstelt. De student luistert aandachtig en is duidelijk liefdevol betrokken bij de vrouw. Na een tijdje zet Sijko-Jan, de opleider van het weekend, het gesprek even stil. Even afstemmen met de student: hoe gaat het, waar zit ze, even rust en tijd om te reflecteren, om naar binnen te kijken bij jezelf.
De student is geraakt door het verhaal van haar pastorant. Ze herkent het patroon en de gevoelens in haar eigen leven. Maar wat nu? Zij zit hier als pastoraal werker en dan moet je er wel voor de ander zijn! Niet handig als je eigen verhaal en je eigen emoties mee gaan spelen. Toch? ‘Onprofessioneel’ is het oordeel van de student over zichzelf.
Lotgenotencontact
Terwijl ik kijk en luister dringt zich een herinnering aan mij op. Een paar jaar geleden. Ik zit als student bij één van de opleidingsweekenden van Kempler. Midden in de kring samen met een medestudent. Ik doe een ‘inbreng’, zoals dat heet, ik deel iets uit mijn leven waar ik mee worstel; mijn medestudent is de therapeut. Ik deel iets over mijn stoeien met mezelf, mijn gevoelens niet willen toelaten, mezelf stom en kinderachtig vinden en de enorm kritische stem in mezelf die vindt dat ik nu eindelijk eens normaal moet gaan doen.
Mijn medestudent valt stil. De opleider overlegt met hem: waar zit je, wat gebeurt er bij jou? Ik luister mee. Mijn verhaal raakt aan zijn verhaal. Misschien niet tot in detail, maar wel de manier waarop ik met mezelf omga. Hij doet hetzelfde met zichzelf. ‘Dan deel je daar iets over’ zegt de opleider. Hevig protest bij mijn medestudent: ‘Ja hallo, ik zit hier voor haar! Zij zit hier niet om mijn shit aan te horen!’ Ik grinnik bij mezelf (het zou mijn reactie kunnen zijn). Maar de opleider dringt aan en vraagt om het in ieder geval te proberen.
Ik hoor hoe mijn medestudent met zijn innerlijke kwetsbaarheid omgaat, wat zijn moeite is, wat hij daarin geleerd heeft en waar hij mij herkent. Wat is dat fijn zeg… een verademing. Geen oplossing, geen vingertje, geen tips hoe ik het anders zou kunnen doen, maar gewoon zijn verhaal. We krijgen een mooi en eerlijk gesprek. Als de medestudent na afloop wordt gevraagd hoe hij terugkijkt op zijn handelen als therapeut zegt hij: ‘Nou… therapeut… dit was gewoon lotgenotencontact!’
Herkenning
Mijn basisopleiding is Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Bij deze opleiding leerde ik hoe je professioneel hulpverlener word. Eén van de handboeken heette ‘Deskundig hulpverlenen’. Ik leerde hoe je gesprekken leidt, structureert, hoe je vraagt, doorvraagt, samenvat, tussendoor de nodige betrokkenheid laat zien door te ‘hummen’ of aanmoedigend te knikken. Hoe je de ander helpt zijn problemen op te lossen of te verminderen. Ik leerde professioneel afstand te bewaren.
Wat een wereld van verschil met mijn opleiding aan het Kempler Instituut, en met de opleiding PPP waar ik nu deel van uitmaak. In deze ervaringsgerichte manier van werken gaat het niet om afstand maar om nabijheid. ‘Professionele nabijheid’ noemen ze het ook wel. Een prachtterm wat mij betreft. Waar ik bij Maatschappelijk Werk geleerd had dat er verschillende methoden en technieken bestaan om een probleem te benaderen, leerde ik bij Kempler dat ik zelf het instrument ben.
Een mooi beeld, ik als instrument. Ik breng muziek voort, en stem af op de muziek van de ander. En soms… ja, soms wordt er bij mij een gevoelige snaar geraakt. Dan resoneert het verhaal van de ander bij mij en brengt mijn instrument in beweging. Er is herkenning; ik zie iets van mijzelf, van mijn leven of van mijn wond, terug bij de ander. Als dat gebeurt komt er andere muziek uit mijn instrument.
Erkenning
Geraakt worden door het verhaal van de ander. Ook als je therapeut, pastoraal werker, verpleegkundige, docent, trainer, vrijwilliger, medewerker in een hospice, etc. bent. Het voelt kwetsbaar. Je valt zomaar in één keer uit je ‘rol’. Maar, er is een prachtige keerzijde aan herkenning. Erkenning. Jij herkent je in het verhaal van de ander en je deelt je geraaktheid. De ander vindt erkenning. Zijn verhaal is zo gek nog niet… er zijn er meer die hier mee rondlopen! Er kan wat van je afvallen en… er ontstaat een ontmoeting, van hart tot hart. De toon van het gesprek wordt anders, zachter, milder, vriendelijker.
Het is de kracht van (h)erkenning. Die zet iets prachtigs in beweging. Zowel bij jou als bij de ander. Nog even denk ik terug aan dat ‘lotgenotengesprek’ met mijn medestudent. Zelfs nu weet ik nog precies wat mij toen geraakt heeft en hoe het mij geholpen heeft. ‘Ik zet mijn innerlijke kind het liefst in een geluidsdichte donkere kamer, achter slot en grendel.’, zei hij tegen mij. Ik slikte en schrok. Dat was precies wat ik deed met mijn innerlijke kwetsbare delen! Wat hard en wreed. Ik voelde bewogenheid voor onze ‘innerlijke kinderen’ en wist wat mij te doen stond.
Jezelf laten zien is niet onprofessioneel, het is het meest krachtige geluid dat je kunt voortbrengen in de hulpverlening! Natuurlijk, gedoseerd en als de muziek daarom vraagt, als er een snaar geraakt wordt.
Muziek maken
Ik geniet van deze dag. De live supervisie wordt een mooi gesprek, ‘s middags doen we nog een inbreng waar ik hetzelfde zie gebeuren. Twee verhalen die elkaar raken. Ik zie de worsteling bij de student die pastoraal werker is, maar ook wat een kracht er vrijkomt als ze elkaar ontmoeten in elkaars verhalen. Onprofessioneel? Nee, super krachtig! Instrumenten die elkaar raken, die samen muziek maken.
In de auto terug naar huis luister ik naar muziek. Ik zing wat mee, ik luister, ik hoor hoe de verschillende instrumenten elkaar versterken en aanvullen. Hoe soms één instrument boven alles uit klinkt terwijl de andere instrumenten vol ontzag lijken te luisteren. Dan weer het samenspel, de kracht, het dansen van de klanken. Ik bedenk me dat muziek maken ontspant, het is een hobby, het is heerlijk om te doen. Het put niet uit maar geeft energie.
Dat is precies wat ervaringsgericht werken doet: het geeft je energie! Je wordt niet leeggezogen door de zwaarte of problemen van de ander, nee, je maakt muziek. Je luistert naar de muziek van de ander, je maakt zelf geluid, je speelt samen. Jij bent het instrument!
- Judith Stoker, opleidingscoördinator PPP-